Ons brein is op sterven na dood tenminste, als het te lang en te veel eenzijdige kennis opgeslagen krijgt. Op de kleuterschool, basisschool en tijdens al het onderwijs wat daarna komt doen we allerlei kennis op. Maar ook levenservaring is een vorm van kennis. Dat maakt dat we kunnen functioneren, communiceren en produceren en noem alles maar op wat we met kennis kunnen doen. Echter, op jonge leeftijd doen we niet of nauwelijks kennis op van het orgaan zelf waar die kennis wordt opgeslagen en wordt verwerkt. Dat zou wel moeten. Het is haast bijna puur egoïsme te noemen hoe we met ons brein omgaan. We zijn ons niet bewust hoe belangrijk het kan zijn om kennis op te doen over het functioneren van ons brein. In bepaalde situaties kan die basiskennis van levensbelang zijn om bijvoorbeeld trauma’s te voorkomen of om beter met problemen om te kunnen gaan. In mijn werk in de verslavingszorg heb ik ontdekt hoe het brein al op jonge leeftijd gevormd kan worden door invloed van buitenaf. Het tweede wat ik heb ontdekt is dat dit niet alleen van toepassing is bij een verslaving maar, het is ook van toepassing op bijna alle thema’s waar we in ons leven mee te maken krijgen.

Rudimentair geheugen

Rudimentair betekent dat ‘iets’ niet of niet volledig is ontwikkelt. Het duidt op een overblijfsel en vormt geen basis voor verdere ontwikkeling. Ooit ‘in het begin’ van zijn ontstaan ​​had het een functie maar uiteindelijk niet meer. In een gezonde omgeving zal het door veranderingen, aanpassingen en ontwikkeling van het brein zijn functie ‘uitgeschakelen’ en is het simpelweg niet meer nodig. Een voorbeeld uit de anatomie is het wormvormige aanhangsel in de dikke darm. Als je de werking van het rudimentaire geheugen gaat begrijpen, wordt je bewust van de oorsprong van terugkerende denkpatronen en emoties. Die patronen kunnen vervolgens de basis vormen voor een niet-effectieve denkwijze voor het oplossen van bijvoorbeeld problemen of geestelijke groei. Door een aantal stappen te zetten kun je jezelf een andere mindset aanleren doordat er aan de neurale paden in het brein wordt gewerkt. Dat wordt ‘neuroplasticiteit’ genoemd. Het is niet zo eenvoudig als het lijkt en het vereist dagelijkse intensieve training maar, het helpt om te gaan met de invloed van oude denkpatronen en emoties om persoonlijk te groeien.

Emotioneel verlies

Gabor Maté, arts in een achterstandswijk in Vancouver, Canada heeft in een TEDX lezing het begrip ’emotioneel verlies’ goed weergegeven die terug te zien is in het YouTube filmpje ‘the power of addiction and the addiction to power’. Psycholoog Jeanne C. Watson en neuroloog Antonio Pascual Leone hebben veel over het thema beschreven. Maté wijst erop dat we niet moeten kijken wat er verkeerd aan een verslaving is maar, wat er ‘goed’ aan is. Verslaving heeft namelijk een belangrijke functie voor iemand. De persoon krijgt er iets voor terug waar hij bewust of onbewust naar op zoek is. Maté is er van overtuigd dat die zoektocht een vlucht voor pijn is, een vorm van controle willen hebben of kalmte creëren in de hersenen. De vraag is, waarom missen die personen die eigenschappen? Gabor Maté heeft ontdekt dat alle vormen van verslaving emotionele ‘pijnstillers’ zijn. Aan zijn patiënten stelt hij niet de vraag; “waarom de verslaving?” maar “waarom de pijn?” In de biografie van Keith Richards, de gitarist van de Rolling Stones en jarenlang verslaafd aan heroïne, beschrijft Richards dat hij door het gebruik “even niet zichzelf hoefde te zijn”. Het is een vlucht uit de eigen gedachten op basis van angst. Volgens de Engelse psychiater R.D. Laing zijn er drie dingen waar mensen bang voor zijn; de dood, andere mensen en onze eigen gedachten. Eigenlijk kunnen we dat reduceren tot één angst; angst voor onze eigen gedachten. Hoe we over zaken denken ontstaat immers in onze gedachten, onze hersenen? Maté, die zelf verslaafd was aan zijn werk onderkent het vluchten voor zijn eigen gedachten, of vluchten voor ‘het zelf’ zoals hij het noemt. Hij is ervan overtuigd dat een psycho-actieve stof zelf niet verslavend is anders zou iedereen verslaafd kunnen worden. Maar ooit is deze sterke behoefte voor het gebruik ervan bij bepaalde mensen tot stand gekomen. Maté noemt als voorbeeld het ontstaan van ‘the Hungry Ghost’s’ uit het Boeddhisme en Taoïsme. Binnen die geloofsovertuiging geloofd men dat die ‘hongerige geesten’ ontstaan door emotionele verwaarlozing of verlating van de ouders. Die “hongerige geesten met dikke ronde buiken hebben nooit genoeg”. Mensen met een verslaving zijn net als die ‘hongerige geesten’ die in de maatschappij op zoek zijn om de leegte op te vullen van buitenaf. Verslaving is niet genetisch bepaald maar, ontwikkelt door de levensloop van mensen en zelfs hele generaties. Het is niet genetisch bepaald omdat de onderliggende oorzaak van een verslaving, het emotioneel verlies, tijdens iemands leven ontstaat en dat cognitief en geestelijk wordt doorgegeven van generatie op generatie. dat vormt de denkpatronen in onze hersenen.

Naast dat verslaving het opvullen van een emotioneel verlies is, heeft Maté ook ontdekt dat het brein een grote rol speelt. Het brein ontwikkelt een interactie met de omgeving en de omgeving vormt de eigenschappen van het brein. Bekend voorbeeld is een experiment met kleine muizen die van nature de receptoren voor dopamine hebben uitgeschakeld. Als het voer toegediend wordt zullen ze het voedsel opeten maar, wordt het voedsel een paar centimeter voor hun neus gelegd dan zullen ze het niet opeten. Dopamine is de incentieve stof waardoor we motivatie krijgen om iets opnieuw te doen. Bij die kleine muizen is er geen motivatie om zelf het voedsel op te eten omdat ze het gewoonweg niet kunnen want, hun dopamine receptoren zijn nog niet ontwikkelt. Bij elke vorm van verslaving wordt er dopamine aangemaakt door toediening van een prikkel of middel van buitenaf. Alle psycho-actieve stoffen en vormen van obsessief gedrag zijn op zichzelf niet verslavend maar de vraag is; wat is er gebeurd met de hersenen waardoor het brein er ontvankelijk voor is geworden? Hoe komt het dat sommige mensen gevoelig zijn voor bepaalde middelen en prikkels en anderen niet? Als voorbeeld is er een ander experiment met jonge muizen die bij de moeder zijn weggehaald en niet huilen om hun moeder. Dat betekent dat ze zullen doodgaan. Maar de reden is dat jonge muizen nog niet de receptoren hebben ontwikkelt voor dopamine en endorfine. Endorfine is van nature onze eigen ‘pijnstiller’. Endorfine is ook de stof die het mogelijk maakt om liefde te ontvangen en te geven, en zorgt voor hechting tussen kind en ouders. Dopamine en endorfine zijn incentieve stoffen, d.w.z. dat wanneer die stoffen bij een handeling in de hersenen vrij komen, we die handeling nog een keer willen doen om het gewenste gevoel te krijgen als beloning op de handeling.

Bij emotioneel verlies is er een verstoring in de neurale paden van de hersenen. Als mensen vanaf hun geboorte niet of nauwelijks liefdevolle zorg ontvangen maken de hersenen van nature weinig tot geen dopamine of endorfine aan. Door gebruik van drugs of ander middel van buitenaf wordt die aanmaak nagebootst waardoor de receptoren gestimuleerd en het gevoel van liefde wel wordt ervaren. Het is zelfs ook zo dat bij overmatige en structurele toediening van buitenaf het brein zelf receptoren uitschakelt om de aanmaak te reguleren. Dit heeft als gevolg dat er steeds meer van een middel nodig is om het zelfde effect te bereiken.

Gabor Maté, van Joodse afkomst, geboren in 1944 in Budapest, vertelt dat hij als baby huilde omdat hij de stress en angst van het oorlogsgeweld voelde en dat het vervolgens zijn brein heeft gevormd. Als baby heb je een gevoelige antenne om te ontdekken of de omgeving je wel of niet accepteert. Maté is hij van mening dat in zijn situatie het gevoel van afwijzing de reden is van zijn werkverslaving. Als ze hem als baby niet accepteerden dan hebben ze hem nu in ieder geval nodig als arts. Hierdoor vult hij de leegte op van buitenaf. Maar doordat hij zo vaak en lang afwezig is krijgen zijn kinderen ook het gevoel van ongewenst zijn en zo geven we volgens Maté het trauma door.  Het gaat bijna altijd terug naar situaties toen we klein waren en waarin we niet hebben ontvangen wat nodig was om gezonde denkpatronen in het brein te creëren. 

Maté maakt de overstap naar verslaafd zijn aan macht en succes. Hij noemt voorbeelden hoe mensen de aarde behandelen. Hele regenwouden worden gekapt en afgegraven voor grondstoffen. Welk gedrag brengt de meeste schade toe? Volgens Maté veroordelen we mensen met een verslaving omdat we zien dat we zelf eigenlijk net als hen zijn. Maar dat bevalt ons niet en zeggen dat zij erger dan ons zijn. Maté noemt het voorbeeld van Nisi Gomez, leider van de Guarani stam in het Amazone gebied in Brazilië. Gomez is in november 2011 voor de ogen van zijn stam vermoord omdat hij zijn volk wilde beschermen tegen de multinationals die zijn habitat wilden kappen. In Canada, waar Gabor Maté werkt, is hetzelfde aan de hand. Het grootste gedeelte van zijn patiënten zijn van Indiaanse afkomst. De oorzaak van hun verslaving is volgens Maté het feit dat het land van hun is afgenomen en van generatie op generatie zijn mishandeld. Maar hoe zit het met de mensen die daaraan meewerken? Volgens Maté is die groep verslaafd aan macht en succes. Hij vergelijkt bijvoorbeeld de grote machthebbers uit de geschiedenis; Alexander de Grote, Napoleon, Hitler, Genghis Khan en Stalin. Waarom had men die macht nodig? Ze hadden de overeenkomst dat ze klein van postuur waren en afkomstig uit een ander land. Ze waren geen deel van de oorspronkelijke bevolking. Ook bij het streven naar macht gaat het volgens Maté om het opvullen van een leegte van buitenaf. Machthebbers hebben geen gevoel voor zichzelf maar hebben macht nodig om een goed gevoel te creëren.

Macht uitoefenen is controle over iets willen krijgen. Maté gebruikt het voorbeeld van Jezus die door de duivel werd verleid om macht te kunnen hebben over alle koninkrijken van de wereld. Jezus wees dat af omdat het niet gaat om het gevoel van macht en controle. Jezus had de kracht van binnenuit om ‘nee’ te zeggen. Jezus wilde mensen geen controle opleggen maar Hij onderwees mensen met een nieuwe ‘taal’ en wijsheid maar niet met macht. Jezus zei het koninkrijk van God is binnen in U. Budha zei over zichzelf dat men hem niet moest aanbidden maar dat je “de lamp in jezelf moet vinden en die aansteken”. 

Neuroplasticiteit binnen de geestelijke verzorging

Elk menselijk brein heeft geavanceerde neuronale verbindingen en telt ongeveer 100 miljard zenuwcellen. Om een idee van de omvang hiervan te krijgen kun je het vergelijken met de pixels in een beeldscherm. Stel je voor dat elke zenuwcel een pixel is. Om 100 miljard pixels te krijgen zou je waarschijnlijk een beeldscherm moeten hebben zo groot als vier voetbalvelden. Tijdens de vroege ontwikkeling van het rudimentair geheugen en een deel van de hersenen zijn er patronen gevormd die het gedrag bepalen. Die patronen kunnen worden hersteld door neuroplasticiteit. Volgens Prof. Marcelo Ceberio, docent aan het Mental Research Institute in Palo Alto, Californië, werkt elke goede therapie aan neuroplasticiteit van het brein. Door hiervan bewust te worden zijn mensen in staat om patronen in die verbindingen te veranderen. Dit is nodig wanneer mensen te maken krijgen met een verandering in de omgeving. Aangezien het een feit is dat mensen gedurende de geschiedenis met ontelbare veranderingen te maken hebben gehad en, nog steeds. Als het brein niet over neuroplastische eigenschappen zou bezitten dan was de mens al uitgestorven geweest. Ik heb door mijn werk en gedurende studie ervaring opgedaan hoe het brein gestimuleerd wordt door verbale en visuele prikkels vanuit de omgeving. Met die benadering ben ik me gaan specialiseren vanuit mijn vakgebied geestelijke verzorging. Daarbij maak ik gebruik van verschillende stappen om het brein te stimuleren.

Stap 1: bewustwording en kennis van het rudimentair geheugen

De eerste stap is om ervan bewust te worden dat we een leven lang rondlopen met het rudimentair geheugen als ‘bron’ welke een onbewuste en onverwachte invloed heeft op ons denken. Godfried IJsseling (2018) beschrijft in zijn boek ‘De zelfbewuste leider’ dat we zijn geboren met het gevoel dat er iets mis is met ons. Hij baseert dit op de psychologie van Stephen Wolinsky (1999-2002) en concepten uit de Indiase Advaita Vedanta. De ontwikkeling van ons brein begon voordat we geboren werden, in de gezellige en veilige baarmoeder. In dat stadium leren we nog geen taal zoals we die later zullen leren. Gedurende die ontwikkeling maakt het brein duizenden nieuwe verbindingen om te anticiperen op de omgeving. Dit kan bijvoorbeeld ook de reden zijn dat we niet of nauwelijks visuele herinneringen op kunnen roepen uit onze eerste levensjaren. Het brein verstoord door de aanmaak van nieuwe verbindingen namelijk eerder opgeslagen herinneringen. Alle ingrijpende waarnemingen worden echter opgeslagen als een intens ervaren onbewust gevoel in het rudimentaire geheugen. Tijdens en na de geboorte ervaren we ineens fysieke ongemakken zoals kou en honger buiten de baarmoeder. Psychiater Carl Jung noemt dat het ‘individuatieproces’. We ontwikkelen ons langzaam tot een afstandelijk en zelfbewust wezen. Aan het begin van ons leven, buiten de baarmoeder,  zijn we ons er nog niet van bewust dat we niet langer ‘gezellig’ en veilig één zijn met onze moeder en een afstandelijk wezen zijn geworden. Als pasgeboren kind ervaar je voor even nog alles als één. Maar in die veronderstelling kun je nog geen onderscheid maken tussen jezelf en de wereld. Je ervaart jezelf als schuldige van alle negatieve gevoelens. Dit proces legt een fundament voor de rest van ons leven. Het onbewuste gevoel wordt opgeslagen in het limbisch systeem van de hersenen waar het vervolgens wordt verwerkt tot emotionele herinneringen. Dit proces is ook wat Gabor Maté bedoeld. Wanneer dat soort emoties op latere leeftijd ons gedrag negatief gaan bepalen of ons afremmen in geestelijke en persoonlijke groei, moeten we op zoek naar de ‘resetknop’. In mijn werk met mensen met een verslaving weet ik dat men er alles voor over heeft om die ‘resetknop’ te vinden. Hoewel het vreemd genoeg ook ambivalente angst opwekt als ze die knop dreigen te vinden.

Stap 2: double trouble syndrome in het brein

Na verloop van tijd ontstaat het gevoel van ‘ik en de wereld’ en ontstaat er als het ware een zoektocht naar liefdevolle gevoelens. De hersenen zijn echter nog niet volledig ontwikkelt en we kunnen die gevoelens geen woorden of gedachten geven. Die functie ontwikkelt zich pas na ons tweede levensjaar. Voor ons derde of vierde levensjaar hebben we vaak geen actieve herinneringen, maar gevoelens van die tijd zijn nog wel steeds aanwezig. Vanwege de negatieve fysieke ervaring dat ‘er iets mis is’, ontwikkelen we een ‘valse kern’, aldus Wolinsky. In die valse kern worden alle onbewuste gevoelens opgeslagen. De valse kern roept een tegenreactie op die Wolinsky het ‘valse zelf’ noemt. Dat gebeurt ook volledig onbewust. Dus ontwikkel je een foutieve overtuiging die die ook nog eens is gebaseerd op een misvatting. Ik noem dit het ‘double trouble syndroom’. Je kunt het vergelijken met een roddelverhaal waar verschillende keren iets bij verzonnen is. Om te weten hoe het echt zit moet je een aantal stappen ‘terug’ doen om de ware aard van het verhaal te achterhalen. Dit is in het geval van het rudimentair geheugen en ontwikkeling van het brein ook zo. Maar voordat we bewust zijn dat we ‘ergens’ op een verkeerd spoor zijn gekomen, zijn er al behoorlijk wat beslissingen genomen op basis van het ‘valse zelf’. Het ‘valse zelf’ wil er alles aan doen om het gevoel van ontoereikendheid weg te nemen. Iemand gaat bijvoorbeeld proberen om geen fouten te maken vanuit een gevoel van ‘niet goed te zijn’ en alles perfect te doen om het intrinsieke gevoel van gebreken te camoufleren. Deze compenserende strategieën zijn gebaseerd op een ingebeeld ‘defect’. Op de lange termijn voorkomt het dat mensen toestaan ​​wat ze echt nodig hebben; echt liefdevol en begripvol en oordeelvrij contact met jezelf en andere mensen. De vraag is dan ook met welk doel een psycho-actieve stof door iemand wordt gebruikt, en komt die drang vanuit de ‘valse kern’, het ‘valse zelf’ of het ‘ware zelf’? Mijns inziens kan het drie gewenste effecten hebben namelijk; emoties en (fysieke) gevoelens letterlijk verdoven, nieuwe valse emoties en gevoelens creëren of het realistische bewustzijn vertroebelen. 

Stap 3: aanleren van een ‘nieuwe taal’

Het gaat er dus om bewust te worden van de ingeprente gebrokenheid wat iemand heeft gevormd en aan het werk heeft gezet om de gebreken goed te maken. Denk bijvoorbeeld aan iemand die in de eerste levensjaren weinig of geen zorg heeft ervaren, of door welke omstandigheden dan ook de dopamine en/of endorfine receptoren niet of nauwelijks zijn ontwikkelt. Hierdoor is men gevoelig voor prikkels van buitenaf. Door je hiervan bewust te worden kom je in contact met je ware authentieke zelf. Dit is erg belangrijk, maar kan een schokkende confrontatie zijn. Je zult ontdekken dat het valse zelf als het ware een jutezak is, vol foutieve overtuigingen die je levenslang hebt meegesleept naar de toppen van je kunnen. Als je eenmaal ‘boven’ bent aangekomen, zul je concluderen dat je het ook zonder die zware jutezak zou hebben gekund of, in het puurste geval, niet zou hebben gedaan. Echter, het wrange van alles is dat het vaak ook nog steeds geen bevredigend gevoel oplevert. Als je dat van tevoren zou hebben geweten had je waarschijnlijk niet eens de moeite genomen om naar de top te klimmen. Je merkt wel dat persoonlijke ontwikkeling en geestelijk ontwikkelen gaat over ‘ontwaken’ en ‘ontmaskeren’ van drijfveren maar dat maakt het juist boeiend en uitdagend.

‘Rudi’, zoals ik het nu de term voor het gemak maar even noem, heeft mijn interesse gewekt. Daarom zocht ik wat verder om meer te weten te komen over dit begrip van vergeten voorwerpen, woorden en organen. Ik kwam een ​​korte maar krachtige beschrijving tegen van de Nederlandse bioloog Nico M. van Straaten. Hieronder is een deel van zijn beschrijving;

“Vestigiale organen” ontstaan ​​wanneer een soort zich aanpast aan een nieuwe omgeving en sommige eerder ontwikkelde organen niet langer nodig zijn. Het onderhouden van die structuren kost teveel energie of is in strijd met de ontwikkeling van nieuwe aanpassingen. De disfunctionele organen verdwijnen echter niet altijd volledig. Het ‘ontwikkelingsprogramma’ blijft vaak in verkorte of onderdrukte vorm aanwezig en kan in sommige gevallen plotseling weer actief worden, waardoor een atavisme * ontstaat. (* terugval op een voorouderlijke structuur) 

Stap 4: geloof

Als je een droom hebt of doelen stelt, begin er dan in te geloven. Geloven in iets maakt je sterk. Mensen die religieus zijn kennen bijvoorbeeld vaak meer hoop, zelfvertrouwen en troost dan mensen die niet geloven. Dit en meer bevestigd niet alleen het argument van Godfried Ijsseling maar, ik zie het ook bij jongeren en volwassenen die de controle over hun leven hebben verloren. Ze hebben zichzelf mechanismen aangeleerd om ‘iets’ te doen dat het negatieve ‘gevoel’ onderdrukt. Dat maakt dat het ‘oude denkpatroon’ in sommige gevallen weer actief de leiding over neemt. 

Bepaalde zoektochten leveren soms zoveel inspiratie op waardoor bepaalde verbanden wonderbaarlijk in elkaar passen dat het bijna magisch is. Alsof je brein door andere werelden aan het reizen is. Die ervaring had ik bijvoorbeeld ook bij het leggen van een aantal verbanden na het lezen van ‘Big Magic’ van Elizabeth Gilbert (2016). Zij was o.a. geïnspireerd geraakt door gedichten van de Amerikaanse dichter Jack Gilbert. Vervolgens las ik werk van de Amerikaanse schrijver Christian Wiman die ook door het werk van Jack Gilbert was geïnspireerd. Ik ontdekte opvallende overeenkomsten in hun aantrekkingskracht naar de gedichten van Jack Gilbert. Zowel Elizabeth als Christian waren door een diep dal gegaan van psychische en lichamelijke ziekte. Ondanks dat Jack Gilbert niet gelovig was straalt er, ook nu nog, enorm veel levenskracht uit zijn gedichten die zelfs religieuze mensen jaloers kunnen maken. Christian zegt in een interview met Trouw uit 2019 dat we niet specifiek over geloof hoeven te spreken maar, door bepaalde woorden te gebruiken, wel laten merken dat we verlangen naar datgene het geloof ons te bieden heeft. Woorden hebben de eigenschap om het brein te vormen en emotionele leegtes op te vullen. Dit is wat hij bijvoorbeeld ontdekte bij niet religieuze dichters; ” wat mij opvalt is dat alle poëzie die honger lijkt te beschrijven, maar als een ruimte die, ondanks de gevoelige woorden, ongevuld blijft. Het prikkelt me als dichters het bestaan van het heilige compleet afwijzen en er vervolgens in hun poëzie toch naar hinten”. Christian Wiman is een pionier in taal die stelt dat de religieuze taal is versteend en die opengebroken moet worden. De religieuze taal die gesproken wordt in een samenleving vol ‘andere talen’ voldoet niet meer om ervaringen en verlangen van mensen te beschrijven. Als ik het goed begrijp bedoeld hij vooral de taal van de verschillend geloofsovertuigingen in de westerse doorontwikkelde samenlevingen. Het lijkt wel alsof die verschillende talen steeds meer en heftiger tegenover elkaar komen te staan. Volgens de filosoof en natuurkundige David Bohm (2018) is dat a.h.w. de doodsteek voor een democratie. Hij beschrijft in zijn boek ‘Over dialoog, helder denken en communiceren’ hoe discussie weinig perspectief kan bieden maar juist het dialoog nodig is. Ik durf net als David Bohm te stellen dat het voeren van discussies, louter uit angst plaatsvindt. Het roept alleen maar verwijdering op waardoor er een ruimte ontstaat waarin wordt gestreden om macht en controle. Zo gaat het al de hele geschiedenis en om met de woorden van Gabor Maté te spreken, “we geven een trauma door, van generatie op generatie”. In menig praatprogramma spreekt men uitvoerig in termen als ‘we moeten de discussie blijven aangaan’. Discussie stompt af en is defensief terwijl het dialoog gericht is op openheid, respect en groei.

Als de betekenisvolle taal niet meer wordt gesproken in de juiste omstandigheden dan ontstaat er een leegte of een vacuüm, zowel fysiek, mentaal en geestelijk. We doen er dus geen goed aan om het gevoel van onvolledigheid te compenseren door te discussiëren in commerciële, technische economische of extreme religieuze taal. Dat zal het gevoel van onvolledigheid alleen maar bevestigen. Hierdoor ontwikkelt het brein de behoefte om ermee door te gaan en raakt het verstrikt in een vicieuze cirkel. De patronen in de ‘valse kern’ en het ‘valse zelf’ blijven dan onveranderd. Volgens Wolinsky ‘ben’ je niet je ‘valse kern’ of je ‘valse zelf’, maar ben je je ‘ware zelf’. Je kunt niet ‘iets’ wegpoetsen door ‘iets anders te doen’ wat eigenlijk niet ‘echt’ is. Iemand hoeft zich niet te bewijzen dat hij of zij goed is, omdat men al goed is.

Bronnen

De zelfbewuste leider. Godfried Ijsseling. 2018.

https://www.trouw.nl/religie-filosofie/door-het-ridicule-taalgebruik-van-veel-gelovigen-kunnen-mensen-hun-religieuze-gevoelens-gaan-wantrouwen

Gabor Maté. The power of addiction and the addiction to power. YouTube.

Big Magic. Elizabeth Gilbert.

Taal en stilte. Naar een leiderschap voorbij de angst. Johan Verstraeten. 2014.

Emotion Focused Therapy for complex trauma. Dr. Álvaro Pascual Leone

Marcelo Ciberio. https://verkenjegeest.com/marcelo-ceberio-neuroplasticiteit-door-therapie-kan/

Emotion Focused Therapy for generalized anxiety. Jeanne C. Watson.

https://qbi.uq.edu.au/brain/learning-memory/why-you-cant-remember-being-baby

Donation

Make a donation if you found the article valuable or educational.

€1,00

Reacties

Geef een reactie

Inloggen

Registreren

Wachtwoord opnieuw instellen

Vul je gebruikersnaam of e-mailadres in. Je ontvangt dan een link waarmee je een nieuw wachtwoord kan instellen via de e-mail.

Ontdek meer van

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder